April 2017: Koekoek (Cuculus canorus)

Vogelbescherming en SOVON Vogelonderzoek hebben 2017 uitgeroepen tot het jaar van de Koekoek. Drijfveer is dat de koekoek steeds minder vaak te horen is. De galmende roep van de koekoek verstomt. Het aantal broedende vogels is dalende en dus wat extra aandacht is aan te bevelen. Op onze Gorsselse Heide en in de directe omgeving moet de vogel vroeger toch veel voorgekomen zijn. Eén van de wegen heet niet voor niets Koekoekweg, of heeft dit een andere oorsprong?

april17 koekoek
Bron: dank SOVON; fotograaf Harvey van Diek

Laat ons weten als je een koekoek op de Gorsselse Heide waargenomen hebt of stuur je gegevens door aan waarnemingen.nl. Veel plezier bij de heidetochten.
Vaak wordt de koekoek verward met de sperwer, dit is gebaseerd aan het vliegbeeld en vooral het grijze verenpak. We kennen een grijze vorm en een roodbruine vorm, hoewel de laatste vorm heel wat zeldzamer is. De zwartgrijze banden op borst, buik en hals met verder wit zijn van beide vormen identiek. De vogel meet zo’n 32 tot 34 cm van punt snavel tot eind staart.
Zo in april komt de koekoek terug uit het winterkwartier, Centraal Afrika en het Kongo bekken, vastgesteld door Brits zenderonderzoek. Ook is uit dit onderzoek vastgesteld dat de eerste vogels al weer uit hun winterkwartier vertrokken zijn op weg naar de noodzakelijke waardvogelnesten in hun broedgebied. In juli vertrekken ze alweer. Harige rupsen zijn een belangrijk voedsel, de haren die zich vasthechten aan de slijmlaag van de maag worden van tijd tot tijd samen met deze slijmlaag uitgebraakt.
Het koekoeksvrouwtje legt één ei per waardvogel in het nest van insectenetertjes, zoals kwikstaarten, piepers, leeuwerik, karekiet, heggenmus, grasmussen, tuinfluiter, gekraagde roodstaart en zelfs bij een winterkoninkje. Dit gebeurt als het nest van de waardvogel compleet is. Er worden zo wel 8 tot 10 nesten van een ei voorzien.  Dit eist van de koekoek dus veel vooronderzoek, het nest goed in de gaten houden. Het is een echte broedparasiet. Het ei lijkt wel wat op de eieren van de waardvogel, maar is duidelijk groter. Als het koekoeksei uitkomt, werpt het jonge vogeltje al vrij snel de andere eieren en eventuele jongen uit het nest. Voor dit aangeboren gedrag is veel spierkracht nodig. De dijspieren zijn daarom al snel uitstekend ontwikkeld. Het is bekend dat als we een ander voorwerp in het nest leggen precies hetzelfde gebeurt. Het doet wreed aan, maar is noodzakelijk, want de pleegouders hebben het zeer druk om het eeuwig hongerige koekoeksjong van voedsel te voorzien. Na het uitvliegen, wordt nog gevoerd, soms zie je een pleegouder bij het voeren op de rug van de jonge koekoek zitten om het voedsel in zijn snavel te deponeren.
Als de jonge koekoek goed op kracht is, gaat het diertje zijn eigen leven leiden en moet het de weg naar de winterkwartieren zien te bereiken, dat wel zonder hulp van zijn echte ouders. De trek van de juveniele vogels kan duren tot eind september en later. De ouders zijn allang weg. Maar over het algemeen zien deze vogeltjes toch hun einddoel te bereiken. De ‘route beschrijving’ zit opgeborgen in hun eigen interne navigatie systeem.

Geniet van wat de Gorsselse Heide ons biedt   
Herman Roelofs

  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb