Juni 2018: wantsen
Genieten kan ik van de voor mij grote groep mysterieuze insecten. Deze maand iets over wantsen. Dit ook omdat de heer Frens Westenbrink op onze natuurparel de Gorsselse Heide verschillende soorten heeft gefotografeerd. Zelfs 16 soorten, prachtige foto’s. Zie op onze website onder de Gorsselse Heide, foto’s, wantsen. Dus nu maar zelf geen foto’s toegevoegd.
Verschillende natuurorganisaties melden een dramatische achteruitgang van het aantal insecten. Duits onderzoek wees uit dat de aantallen insecten in de natuur sinds 1976 met 76% is afgenomen. Ook binnen ons land hebben natuurorganisaties de achteruitgang waargenomen, zoals in Drenthe op het Dwingelerveld. Volgens het rapport is het zeer slecht met de insecten gesteld. Dit heeft zijn weerslag op het gehele natuurleven. Denk bijvoorbeeld aan onze voedsel voorziening, bestuiving en bevruchting, insectenetende vogels en andere ecologische kringlopen kunnen hier erg onder te leiden hebben. In dit verband wordt ook genoemd de mogelijke afname van de zwaluwen. Vogelbescherming heeft dan ook 2018 uitgeroepen tot het jaar van de huiszwaluw. Betreffende onze natuurparel “Gorsselse Heide” heb ik geen gegevens. De heer Frens Westenbrink meldt dat de groep libellen geen achteruitgang vertoont.
Maar nu iets over de wantsen, een voor mij aparte groep onder de insecten.
In totaal zijn er tienduizenden soorten wantsen bekend, waarvan er in ons land ruim 600 voorkomen. Ze leven in allerlei biotopen, op het land, onder of op het water, dat ook nog zowel zoet als brak mag zijn. Er zijn verschillende soorten wantsen, zowel schadelijke als nuttige.
Ze hebben stekende en zuigende monddelen, waarmee ze een gaatje in de groene plantendelen of hun prooi prikken en slurpen zo de levenssappen van de planten en prooien als voeding op.
In de tuinbouw kunnen wantsen schade berokkenen, als ze onze voedselgewassen aantasten.
Nuttige wantsen zijn de roofwantsen. Ze worden ook wel bloemwantsen genoemd. Een voor mij prettiger benaming, want ze roven niets. Ze gebruiken hun prooi slechts als voedsel. Ze eten bladkeverlarven, bladvlooien, bladluizen, eieren van spintmijten, vlindereieren en jonge rupsen.
De grotere schildwantsen vallen insecten aan en vooral rupsen zijn dan hun prooi. Zo voorkomen ze plagen en houden de ecologische kringlopen in evenwicht.
Wantsen zijn kleine tot middelgrote insecten met een afgeplat bovenlichaam. Over de leefwijze van de wantsen kan ik het volgende schrijven. De wantsenfamilie met zijn onderordes is ontzettend groot. Tot de familie behoren duikerwantsen, ruggezwemmers, waterschorpioenen, schaatsenrijders, roofwantsen, vuurwantsen en schildwantsen.
Het is moeilijk om van de volwassen wantsen een algemene beschrijving te geven. Maar toch een poging, ze hebben meestal een afgeplat lichaam, gedeeltelijke verharde vleugels en vliezige achtervleugels, net als kevers. Een belangrijk verschil met kevers is dat bij wantsen een opvallend driehoekig gedeelte van het borststuk vrij blijft. Na een vervelling, vooral na de laatste, treden kleurveranderingen op. De vleugels zijn meestal in het vierde nimfenstadium duidelijk zichtbaar. Wantsen eieren zijn banaanvormig, crèmekleurig glanzend, met een afgerond groen dopje aan één kant. Ze hebben een onvolkomen gedaanteverwisseling. De cyclus verloopt in vijf nimfenstadia. Om te overwinteren kruipen ze in de herfst in de bodem goed beschermd onder de strooisellaag tegen de winterse omstandigheden.
Op de Gorsselse Heide en elders zie ik ze meestal boven in de bloemen zitten vooral schermbloemigen. Daar kun je ze dan goed observeren. Maar ook thuis in de tuin komen ze voor. Als je per ongeluk zo’n exemplaar dooddrukt komt er soms een behoorlijk irriterende stank vrij, je hebt dan te doen met een groene stinkwants, duidelijk te herkennen aan het zwart gekleurde stukje op het achterlijf. Maar ook prachtig gekleurde exemplaren, zoals de rood zwart gestreepte pyjamawants.
Geniet van wat de Gorsselse Heide (en omgeving) ons biedt
Herman Roelofs
Genieten kan ik van de voor mij grote groep mysterieuze insecten. Deze maand iets over wantsen. Dit ook omdat de heer Frens Westenbrink op onze natuurparel de Gorsselse Heide verschillende soorten heeft gefotografeerd. Zelfs 16 soorten, prachtige foto’s. Zie op onze website onder de Gorsselse Heide, foto’s, wantsen. Dus nu maar zelf geen foto’s toegevoegd.
Verschillende natuurorganisaties melden een dramatische achteruitgang van het aantal insecten. Duits onderzoek wees uit dat de aantallen insecten in de natuur sinds 1976 met 76% is afgenomen. Ook binnen ons land hebben natuurorganisaties de achteruitgang waargenomen, zoals in Drenthe op het Dwingelerveld. Volgens het rapport is het zeer slecht met de insecten gesteld. Dit heeft zijn weerslag op het gehele natuurleven. Denk bijvoorbeeld aan onze voedsel voorziening, bestuiving en bevruchting, insectenetende vogels en andere ecologische kringlopen kunnen hier erg onder te leiden hebben. In dit verband wordt ook genoemd de mogelijke afname van de zwaluwen. Vogelbescherming heeft dan ook 2018 uitgeroepen tot het jaar van de huiszwaluw. Betreffende onze natuurparel “Gorsselse Heide” heb ik geen gegevens. De heer Frens Westenbrink meldt dat de groep libellen geen achteruitgang vertoont.
Maar nu iets over de wantsen, een voor mij aparte groep onder de insecten.
In totaal zijn er tienduizenden soorten wantsen bekend, waarvan er in ons land ruim 600 voorkomen. Ze leven in allerlei biotopen, op het land, onder of op het water, dat ook nog zowel zoet als brak mag zijn. Er zijn verschillende soorten wantsen, zowel schadelijke als nuttige.
Ze hebben stekende en zuigende monddelen, waarmee ze een gaatje in de groene plantendelen of hun prooi prikken en slurpen zo de levenssappen van de planten en prooien als voeding op.
In de tuinbouw kunnen wantsen schade berokkenen, als ze onze voedselgewassen aantasten.
Nuttige wantsen zijn de roofwantsen. Ze worden ook wel bloemwantsen genoemd. Een voor mij prettiger benaming, want ze roven niets. Ze gebruiken hun prooi slechts als voedsel. Ze eten bladkeverlarven, bladvlooien, bladluizen, eieren van spintmijten, vlindereieren en jonge rupsen.
De grotere schildwantsen vallen insecten aan en vooral rupsen zijn dan hun prooi. Zo voorkomen ze plagen en houden de ecologische kringlopen in evenwicht.
Wantsen zijn kleine tot middelgrote insecten met een afgeplat bovenlichaam. Over de leefwijze van de wantsen kan ik het volgende schrijven. De wantsenfamilie met zijn onderordes is ontzettend groot. Tot de familie behoren duikerwantsen, ruggezwemmers, waterschorpioenen, schaatsenrijders, roofwantsen, vuurwantsen en schildwantsen.
Het is moeilijk om van de volwassen wantsen een algemene beschrijving te geven. Maar toch een poging, ze hebben meestal een afgeplat lichaam, gedeeltelijke verharde vleugels en vliezige achtervleugels, net als kevers. Een belangrijk verschil met kevers is dat bij wantsen een opvallend driehoekig gedeelte van het borststuk vrij blijft. Na een vervelling, vooral na de laatste, treden kleurveranderingen op. De vleugels zijn meestal in het vierde nimfenstadium duidelijk zichtbaar. Wantsen eieren zijn banaanvormig, crèmekleurig glanzend, met een afgerond groen dopje aan één kant. Ze hebben een onvolkomen gedaanteverwisseling. De cyclus verloopt in vijf nimfenstadia. Om te overwinteren kruipen ze in de herfst in de bodem goed beschermd onder de strooisellaag tegen de winterse omstandigheden.
Op de Gorsselse Heide en elders zie ik ze meestal boven in de bloemen zitten vooral schermbloemigen. Daar kun je ze dan goed observeren. Maar ook thuis in de tuin komen ze voor. Als je per ongeluk zo’n exemplaar dooddrukt komt er soms een behoorlijk irriterende stank vrij, je hebt dan te doen met een groene stinkwants, duidelijk te herkennen aan het zwart gekleurde stukje op het achterlijf. Maar ook prachtig gekleurde exemplaren, zoals de rood zwart gestreepte pyjamawants.
Geniet van wat de Gorsselse Heide (en omgeving) ons biedt
Herman Roelofs