Augustus 2018: Spinnendoder en Rupsendoder, begrafenis ondernemers van het zandpad
Een artikel in het periode blad van Natuurmonumenten “Puur Natuur” met de titel; “eten en gegeten worden; leven en dood op het zandpad” was voor mij de aanleiding om iets over deze insecten te gaan ontdekken op “onze” Gorsselse Heide. In het betreffende artikel werden de volgende insecten voorgesteld: bijenwolf, spinnendoder, rupsendoder, zandloopkever en mierenleeuw. Het zijn de meest dodelijke roofinsecten van de zanderige bodem.
De bijenwolf en mierenleeuw staan nog niet (?) vermeld in onze ecologische atlas. Over de groene zandloopkever heb ik in mei 2016 al het licht laten schijnen. Dan blijven over de spinnendoder en de rupsendoder. Alleen de benaming al, vraagt naar meer over deze mysterieuze insecten. Ze behoren tot de sluipwespen, soms ook [langsteel]graafwespen of wegwespen genoemd.
Het zijn zespotige insecten in grootte vergelijkbaar met hun prooien. Ze nemen hun prooi mee naar het zelfgegraven nest, een soort graf in de zandbodem. Ze leggen een eitje op de prooi, welke als voedsel dient voor de uitgekomen larve. Als je zo over het brede zandpad over de heide struint, kan dit zo maar aan je voeten plaatsvinden, je hebt er geen verrekijker bij nodig. Maar wel oplettendheid is geboden. Je moet je ogen goed de kost geven om dit brute natuurschouwspel waar te nemen.
Om als volwassen insect te leven hebben ze bloemen nodig voor suikerrijk voedsel zoals nectar of honingdauw van luizen. Door verrassing valt de spinnendoder z’n prooi letterlijk op het lijf. Na een welgemikt verlammende injectie sleept het insect zijn prooi door het heideveld naar het zanderige terrein. De prooi wordt even verstopt in de ruige omgeving, terwijl de spinnendoder een nestholte graaft. Dan snel de prooi weer ophalen en in de nestholte onder de grond parkeren. Na een eitje op de prooi gelegd te hebben gaat de spinnendoder de nestplaats afdichten en kan het insect vervolgens een nieuwe prooi zien te bemachtigen, zodat het “begrafenisritueel” herhaald kan worden. Alhoewel de prooi onbeweeglijk verlamd is, leeft deze vaak nog langer dan een maand.
Ik bedoel hier de rupsendoder als insect, want we kennen ook een paddenstoel met de naam rupsendoder.
Deze langsteelgraafwesp prikt haar angel tussen de poten van de prooi. De rups of vlinderpop wordt verlamd en kan zo al rennend tussen kaken en voorpoten naar het nest vervoerd worden. Het bijzondere van dit insect is de nazorg, regelmatig komt de rupsendoder het larfje controleren. Geen voldoende voedsel meer, dan wordt er een verse, verlamde rups in de kamer gedeponeerd. Kennelijk zonder moeite kan het insect haar gegraven nest terugvinden in deze voor haar volgens mij grote woestijn. Het nest wordt meestal met een steentje afgedekt, een mogelijk baken voor herkenning van het nest. Een zeer bijzondere belevenis als je dit voor je in het zand ziet gebeuren.
Geniet van wat de Gorsselse Heide (en omgeving) ons biedt
Herman Roelofs
Een artikel in het periode blad van Natuurmonumenten “Puur Natuur” met de titel; “eten en gegeten worden; leven en dood op het zandpad” was voor mij de aanleiding om iets over deze insecten te gaan ontdekken op “onze” Gorsselse Heide. In het betreffende artikel werden de volgende insecten voorgesteld: bijenwolf, spinnendoder, rupsendoder, zandloopkever en mierenleeuw. Het zijn de meest dodelijke roofinsecten van de zanderige bodem.
De bijenwolf en mierenleeuw staan nog niet (?) vermeld in onze ecologische atlas. Over de groene zandloopkever heb ik in mei 2016 al het licht laten schijnen. Dan blijven over de spinnendoder en de rupsendoder. Alleen de benaming al, vraagt naar meer over deze mysterieuze insecten. Ze behoren tot de sluipwespen, soms ook [langsteel]graafwespen of wegwespen genoemd.
Het zijn zespotige insecten in grootte vergelijkbaar met hun prooien. Ze nemen hun prooi mee naar het zelfgegraven nest, een soort graf in de zandbodem. Ze leggen een eitje op de prooi, welke als voedsel dient voor de uitgekomen larve. Als je zo over het brede zandpad over de heide struint, kan dit zo maar aan je voeten plaatsvinden, je hebt er geen verrekijker bij nodig. Maar wel oplettendheid is geboden. Je moet je ogen goed de kost geven om dit brute natuurschouwspel waar te nemen.
Spinnendoder | |
Een spinnendoder sleept een prooi naar zijn nest. In België en ons land zijn wel 75 soorten bekend. In Europa is de bruine spinnendoder [Psammocharis fuseus], een algemeen voorkomende soort grootte10-14 mm. Welke op onze natuurparel voorkomt is mij niet precies bekend. |
|
Foto: bron Wikipedia |
Om als volwassen insect te leven hebben ze bloemen nodig voor suikerrijk voedsel zoals nectar of honingdauw van luizen. Door verrassing valt de spinnendoder z’n prooi letterlijk op het lijf. Na een welgemikt verlammende injectie sleept het insect zijn prooi door het heideveld naar het zanderige terrein. De prooi wordt even verstopt in de ruige omgeving, terwijl de spinnendoder een nestholte graaft. Dan snel de prooi weer ophalen en in de nestholte onder de grond parkeren. Na een eitje op de prooi gelegd te hebben gaat de spinnendoder de nestplaats afdichten en kan het insect vervolgens een nieuwe prooi zien te bemachtigen, zodat het “begrafenisritueel” herhaald kan worden. Alhoewel de prooi onbeweeglijk verlamd is, leeft deze vaak nog langer dan een maand.
Rupsendoder of grote poppenrover | |
Rupsendoder: Ammophila sabulosa Een opvallend langgerekt slank lijf; ♀ 12 tot 24 mm. ♂ 18-24 mm, vandaar de naam langsteelgraafwesp. Waarneembaar van mei tot oktober, ♂♂ vindt men vaak op bloeiende bramen. Zwart- rood van kleur. |
|
Foto: bron sandrabrennand.com, uit soortenbank.nl |
Ik bedoel hier de rupsendoder als insect, want we kennen ook een paddenstoel met de naam rupsendoder.
Deze langsteelgraafwesp prikt haar angel tussen de poten van de prooi. De rups of vlinderpop wordt verlamd en kan zo al rennend tussen kaken en voorpoten naar het nest vervoerd worden. Het bijzondere van dit insect is de nazorg, regelmatig komt de rupsendoder het larfje controleren. Geen voldoende voedsel meer, dan wordt er een verse, verlamde rups in de kamer gedeponeerd. Kennelijk zonder moeite kan het insect haar gegraven nest terugvinden in deze voor haar volgens mij grote woestijn. Het nest wordt meestal met een steentje afgedekt, een mogelijk baken voor herkenning van het nest. Een zeer bijzondere belevenis als je dit voor je in het zand ziet gebeuren.
Geniet van wat de Gorsselse Heide (en omgeving) ons biedt
Herman Roelofs