Juli 2020; Hop [Humulus lupulus]

De hop staat niet vermeld in onze ecologische atlas, vreemd? Maar eens beter de ogen de kost geven bij een wandeling over de Gorsselse Heide, misschien te droog of te voedselrijk?
Bij mij in de buurt zie ik de hop door het struikgewas in de wegberm langs de Dortherweg slingeren altijd met de klok mee. Het is de enige kruidachtige slingerplant in ons land. Vooral in de herfst valt de plant op door de vrouwelijke hopbellen. In de 13e eeuw [soms wordt zelfs al wel de 8ste eeuw genoemd] is de struik door monniken in onze streek ingevoerd.


De plant is tweehuizig, vrouwelijke bloemen, met stamper, aan een plant en de mannelijke bloemen, met alleen meeldraden, aan een andere plant. De “woekerplant” sterft elke winter volledig af. De in de grond overblijvende wortel vormt dan in het volgende voorjaar weer een nieuw exemplaar. De plant is verzot op voedselrijke, vochtige en beschaduwde grond het liefst in gezelschap van grauwe en zwarte els. Hop behoort tot de hennepfamilie zoals ook tabak, onder de hoofdgroep van de roosachtigen.
De stengel kan wel 2 tot 6 meter lang worden en is zoals gezegd rechtsdraaiend, iets ruw behaard. Vroeger werd hier wel touw van gemaakt. De langgesteelde, tegenoverstaande bladeren doen denken aan de wijnstok, maar hebben een dunnere steel, minder uit gerande voet en bezitten geen ranken. Ze hebben een handvormig 3-lobbig uiterlijk.

 jul20 hop v  jul20 hop m
Foto; bron Wikipedia; de vrouwelijke hopbellen. Foto; bron Wikipedia; de mannelijke bloemen.

De bloeitijd varieert van juli/augustus en bij de echte wilde exemplaren tot wel in september. Zoals vermeld is de klimmer tweehuizig, dus vrouwelijke en mannelijke bloemen aan aparte planten. De mannelijke bloemen zitten als pluimen in het bladoksel. De vrouwelijke zijn eivormige, kegelachtige schijnaren, de latere kenmerkende geelgroene bellen. De bestuiving vindt door de wind plaats. Als de rijpe bellen uiteenvallen kunnen de zaden middels de zeer lichte schutbladeren door de wind verspreid worden. Onder aan de voet van de schubben zitten kliertjes, die een olieachtige stof bevatten. Dat is de bittere smaakmaker van de plant. Deze bittere stof prikkelt onze smaakpapillen bij het drinken van een koel glaasje bier. Vroeger werd het redelijk dure hopextract vaak vervangen door het veel goedkopere en destijds veelvoorkomende aftreksel van de gagel struik, “posselbier”. De hoptoepassing in de bierproductie is de oorzaak dat de plant is geworden tot een agrarische teelt die je wellicht in Duitsland [bijvoorbeeld de autoweg tussen Neurenberg en München] hebt gezien. De planten groeien daar aan een draad die tussen palen van wel 5 meter hoog hangen. Geen wonder daar, want de Duitse deelstaat Beieren is onder andere bekend van de uitbundige bierfeesten.
Zoals gezegd, hop wordt gebruikt om bier te brouwen waarvan alle ingrediënten (graan, hop, gist en water) bij voorkeur uit de directe omgeving komen. In de middeleeuwen is bekend dat men beter geen water kon drinken, te erg verontreinigd, daarom ging men er bier van brouwen. Door de gisting, het alcoholproces, gingen de bacteriën dood en dan kon men hiermee de dorst probleemloos lessen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er getracht is betere rassen te kweken met grote hopbellen, veel schubben met de nodige kliertjes en bij voorkeur geen zaad. De werkzame stof, het aroma van de hopbellen, is lupuline, ook bekend als een krachtig kalmerend middel. Lijd je aan slapeloosheid, gebruik dan een kussen gevuld met hopbellen.

In sommige streken worden de jonge spruiten zelfs bij de maaltijd opgediend. Ze worden op dezelfde wijze klaargemaakt als asperge.

Geniet van wat de Gorsselse Heide en omgeving ons biedt.                                      
Herman Roelofs

  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb