September 2020: Kneu [Linaria cannabina, ook vaak het synoniem Carduelis cannabina]

De vogel staat vermeld in onze ecologische atlas. Ik heb hem of haar, voor zover ik me kan herinneren, nooit op de heide gezien of gehoord. Maar wel in het uiterwaardengebied, zoals onze prachtige Ravenswaarden, daar kun je deze vinkachtigen regelmatig zien en vooral horen. Vooral in de herfstperiode heb ik ze daar in grotere groepjes in de meidoornstruiken gehoord en doorheen zien stoeien. De vogels kwetteren er dan op los, een vorm van communiceren? of werkoverleg? Wie het echt weet mag het zeggen. Voor mezelf beschrijf ik het geluid vaak als kneuterig. De naam ”Linaria” duidt op vlas het is ook een echte zaadeter, kijk maar naar de snavelvorm zoals bij de gehele vinken familie. Vervolgens “cannabia”, dit is afgeleid van hennep, ook weer zaad, dus een echte gebruiker! Het ook gebruikte synonium “Carduelis” betekent “aan de distel toebehorend”.
De vogel kent vele streeknamen, zoals kneuter, vlasvink, hennepvink, vooral in Gelderland en Overijssel zijn robijntje en tukker bekend. In meerdere boekwerken staat de vogel vermeld op de rode lijst.

sep20 kneu
Bron foto; vroegevogels; bnnvara.nl


Zoals gezegd de kneu behoort tot de vinkachtigen en is duidelijk kleiner dan onze huismus en meet zo’n 13 à 14 cm. Een volwassen vogel weegt 20 gram.
Het ♂ heeft tijdens de hofmakerij een prachtkleed karmijn rode borst en petje [zie foto] en grijs achterhoofd. In de winterperiode is hij veel onopvallender, grijsbruin.
Het ♀ ziet er vrijwel het gehele jaar hetzelfde uit, geen opvallend karmijnrood, maar onopvallend licht gestreept met een bruingrijs achterhoofd en een bruinige rug. Evenals bij de onvolwassen vogels een veel meer streperige uitstraling. Zo valt ze tijdens het broeden minder op, een goede schutkleur. Dat broeden doen ze in dicht struikgewas met kruidenrijke vegetatie omgeven, maar ook jeneverbes struweel is favoriet.
Verder is het een vaak waargenomen vogeltje in een redelijk open landschap zoals ouderwets cultuurlandschap met meidoorn en sleedoorn, oude struikheide gebieden en akkerbouwgebieden met houtwallen.
Het open nest ligt op een hoogte van 1,5 tot 2,5 meter en is vooral te vinden in liefst doornige struiken met uitstekende takken. Het ziet er erg stevig uit en bestaat uit kleine twijgjes, grashalmen en worteldeeltjes gevoerd met zacht materiaal zoals haren en wollige stoffen. Ze broeden vanaf eind april tot half juni, meestal 2 tot 3 legsels met 4 tot 6 eitjes, wit tot lichtblauw en dicht roodachtig of purperachtig gevlekt. De totale broedduur is 12 tot 13 dagen en daarna verblijven de jongen nog zo’n 12 tot 17 dagen in het veilige nest. Het ♀ alleen neemt het broeden tot haar taak en ook de jongen worden de eerste periode door het vrouwtje verzorgd en van voedsel voorzien. Later springt het ♂ te hulp met de voedselvoorziening voor het jonge spul.
Zoals al vermeld is het een echte zaadeter, zowel van de wilde planten maar ook smullen ze van cultuurgewassen. Ook de nestjongen worden vrijwel uitsluitend met zaad groot gebracht. Opmerkelijk hierbij is dat tijdens dit voedsel verzamelen ze wel tot 3 km. van het nest zoeken in gebieden met rijk aanbod. Maar er moet ook op gewezen worden dat ze insecten niet versmaden.


Onze Nederlandse broedvogels trekken in de herfst periode vaak naar zuidwest Europa. Deze herfsttijd is dan ook uitstekend geschikt om van deze vogeltjes te genieten. Het lijkt wel of er geen enkele rust te vinden is tussen zo’n groep. Er zijn echter ook kneuen die het wagen om in ons land te overwinteren. Voor het bemachtigen van voedsel geen probleem: een echte zaadeter vindt ook in de winter nog wel wat van zijn gading.
Het is een vogel die graag samen met soortgenoten leeft zowel tijdens de broedperiode als tijdens de winter zie je vaak groepjes. Dit gedrag wordt wel omschreven als half kolonie vorm.


Nog een opmerkelijk feit: Ilse de Lange en Waylon traden op het songfestival in 2014 op onder de naam “The Common Linnets” en het is waar, “linnets” is de Engelse benaming voor kneuen. Maar mijn mening kunnen de kwaliteitseisen van de kneu niet tippen aan dit voormalige duo.

Iets algemeens over trekvogels: het is in de komende tijd weer genieten van de zoevende knobbelzwanen. Wilde zwanen hoor je niet vliegen, hooguit wat trompetteren, druk met elkaar gakkende grote groepen ganzen, de enorme capriolen van grote wolken spreeuwen. Kijk en luister maar eens van deze gebeurtenis. Elk jaar weer opnieuw.

Geniet van wat de Gorsselse Heide en omgeving ons biedt.                                      
Herman Roelofs

  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb