Oktober 2020: Herfstperikels. Paddenstoelen: inktzwammen en stinkzwammen.

De meeste mensen vinden paddenstoelen echt bij de herfst horen. Niets is minder waar, paddenstoelen kun je het gehele jaar bewonderen. Het is zeker dat de herfstperiode een explosie geeft van deze wonderbaarlijke schepsels. Zelf vind ik het prachtig om door en over de heide en aanliggende struwelen te struinen op zoek naar fraaie exemplaren, echte perikels. Maar ook andere gebieden zijn de moeite waard, denk aan de landgoederen Dorth en Joppe. Paddenstoelen en/of schimmels zijn de opruimers van de natuur, overal kun je ze vinden, op de bodem en in de strooisellaag, op dood en levend hout, op vruchten, op dode, maar ook levende dieren en zelfs op andere paddenstoelen. Het resultaat is dat de vergane resten weer tot nut en voedsel zijn voor de leefomstandigheden van anderen. De paddenstoelen vormen een zeer belangrijke schakel in natuurlijke kringloopprocessen.
Maar waarom dan nu speciaal inktzwammen en stinkzwammen?
Ik vind de namen mooi bij elkaar passen en in één adem te noemen. Maar ik ben er me van bewust dat het sterk verschillende soorten zijn. De grote stinkzwam heeft aan de kop een groene honingachtige stof waarin de sporen aanwezig zijn, terwijl de inktzwam onder aan de hoed plaatjes [lamellen] heeft waaraan de sporen te vinden zijn. Beide soorten kun je vanaf mei tot in november aantreffen.


Inktzwammen [Coprinus familie]. Van de inktzwammen zijn er een viertal op de heide waargenomen, en wel de gewone glimmerinktzwam [Coprinus micaceus], de witte mestinktzwam, de kleine viltinktzwam en de zwerminktzwam. In de literatuur vind je vaak de naam geschubde inktzwam [Coprinus comateus] als de meest voorkomende soort in ons land.
Op de 2 rechtse foto’s [geschubde inktzwam?] een ‘gescheurde’ inktzwam met daarnaast een beginneling, op de andere foto nog enkele fraaie exemplaren. Ik dacht dat ik deze foto’s ook op de heide gemaakt had, maar ben dat vergeten. De soort wordt niet in onze Ecologische Atlas genoemd. Het lijkt wel de geschubde soort, maar desalniettemin is het genieten.


okt20 herfstperikels1 okt20 herfstperikels2 okt20 herfstperikels3
Foto: gewone glimmerinktzwam; bron allesoverpaddenstoelen.nl foto Herman Roelofs; welke inktzwam? foto Herman Roelofs; welke inktzwam?

In ons land zijn zo’n 100 inktzwamsoorten bekend. Ze nemen genoegen met vooral pas omgewerkte grond, voedselrijke leefgebieden, bossen met veel loofbomen, parken, wegbermen, weilanden en akkers. Ze hebben een kegel- tot klokvormige hoed en komen vaak in bundels voor. Zoals gezegd onder de hoed zijn de lamellen waaraan de sporen zitten. Ze bezitten een enorme sporenproductie van wel enkele miljarden per paddenstoel. Als je een spiegeltje op de grond onder de hoed legt kun je dit prachtig zien, zonder de paddenstoel te plukken of te beschadigen.


Grote stinkzwam [Phallus impuducis]: vertaald onzedelijke penis. Het is een algemeen voorkomende soort vooral in vochtige bossen levend op rottend materiaal. Je kunt ze waarnemen vanaf de lente tot ver in de herfst. Als ik door een natuurgebied zoals een bos wandel, ruik ik al direct dat er een stinkzwam in de buurt staat. De sterke lucht komt al snel bij mijn neus binnen. Maar ja dan de veroorzaker nog vinden, dat is wat moeilijker. Eindelijk deze stinker gevonden te hebben, zie ik dat van de groene slijmerige inktkop al degelijk door de aasvliegen is genuttigd. Op de foto links is de sporen-slijmlaag nog redelijk in takt. Als de sporenlaag verdwenen is, blijft er een honingachtige witte structuur over, zie foto rechts. Nog even dit, naaktslakken zijn er gek op. Op onze Gorsselse Heide staan 3 soorten in de Ecologische Atlas vermeld; de grote stinkzwam, ja en hoe kan het anders, de kleine stinkzwam en de roze stinkzwam.

okt20 herfsperikels4 okt20 herfstperikels5
Foto: bron waarneming.nl Foto: bron Wikipedia.nl; genuttigde sporenlaag

Voedselrijke plaatsen zijn favoriete leefgebieden, vooral vermolmd hout in bossen en plantsoenen. De grote stinkzwam, geboren uit een duivelsei of heksenei [zo groot als een kippenei], groeit binnen enkele uren tot een 10 tot 20 cm lange steel met daarop een groene slijmerige hoed met sporen. Deze slijmerige sporen worden genuttigd door [aas]vliegen en kevers aangetrokken door de geur. De sporen verlaten ongehinderd het darmkanaal van de vliegen en kevers. Zo vindt de verspreiding plaats. Wat er uiteindelijk overblijft is een schone wit tot lichtgele, hoed met aan de top een opening. Daarna zijn het de slakken die de paddenstoel verder tot hun voedsel gebruiken.
Nog een bijzonderheid over “stinkzwammen”: in de duinen komt een stinkzwam voor met een aangename geur de rosse of viooltjesstinkzwam. Of deze soort de laatste jaren nog is waargenomen, is mij onbekend. Wel leuk te weten. 

Geniet van wat de Gorsselse Heide en omgeving ons biedt.                                      
Herman Roelofs


  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb