Maart 2022: merel [Turdus merula]

De merel is dit jaar door de Vogelbescherming uitgeroepen tot vogel van het jaar.
Het is een broedvogel van bebost terrein, parken, tuinen, maar ook heide terreinen. Echter er is de laatste jaren een dramatische achteruitgang van deze tot voor kort meest algemene broedvogel waargenomen. Oorzaak is waarschijnlijk het Usutu virus, maar dat lijkt nu gelukkig op zijn retour. Ook koolmezen, pimpelmezen, huismussen, boomklevers, zanglijsters en laplanduilen kunnen dragers van dit virus zijn.
Op de nationale tuinvogeltelling op 31 januari jl. stond de merel op de derde plek, huismus op 1 en koolmees op 2. In 2013 werden op de Gorsselse Heide 32 territoria geteld.
Om nog verder wat onderscheid te maken kennen we bosmerels en stadsmerels, deze laatste verschillen in DNA: ze hebben een wat kortere snavel en poten en verder worden ze gemiddeld wat ouder. Stadsmerels zijn meer standvogels, terwijl de bosmerels gedeeltelijk wegtrekken. Het is dus ten dele een standvogel, de noordelijke soorten overwinteren vooral in onze meer gematigder streken.
mrt 22 merel 1 mrt 22 merel 1 mrt 22 merel 3
Foto’s Magda Bolt mannetjes    Foto bron; vroege vogels varabnn.nl; vrouwtje
Ze hebben een prachtige, melodieuze, welluidende, lieflijke zang. Vanaf een hoog punt zoals de nok van een dak of hoog in de boom brengen ze hun lied ten gehore. Dat begint al in het ochtendgloren en gaat tot laat in de avondschemering door om zo hun territorium af te bakenen, te bewaken en vrouwtjes duidelijk te laten horen hier ben ik. Ook als het zachtjes begint te regenen blijven ze zingen. Je zou kunnen zeggen hij of zij zingen de regenwormen uit de grond. Als er alarm dreigt maken ze een schril, schel geluid. Andere vogels reageren en zoeken weldra een veilig heenkomen. Als je goed luistert kun je de mannetjes individueel zelfs uit elkaar houden. Het zijn echte vechtersbazen, maar ook de vrouwtjes kunnen er wat van als zich andere dames in hun territorium wagen. Al dat gedoe is zeker geen garantie voor huwelijkse trouw.

De grootte van de vogel meet van punt snavel tot eind staart 24 tot 29 cm. Het mannetje, met een geheel zwart glanzend verenpak, is vooral in het voorjaar en de zomer goed te herkennen aan de gele snavel en de smalle gele oogrand. Het vrouwtje heeft een meer gestreept verenpak, vooral op de borst, een donker bruinachtige bovenzijde en een iets lichtere bruine keel.
Het voedsel bestaat vooral uit regenwormen, insecten, spinnen, slakjes en bessen. Maar ook in de winterperiode wordt wel van een “vogelvoedseltaart” in onze tuin gesnoept.

Ze maken een stevig, open nest op diverse plekken, maar wel goed verstopt. Het bestaat uit strootjes en grassen en aan de binnenkant dicht gestukadoord met modder. Het vrouwtje bouwt dit nest zelf en strijkt de binnenzijde met haar borst glad af. Daarna zie je haar vaak in een waterbak haar verenpak schoon spoelen. Bij ons in de tuin zijn vooral de dichte coniferen favoriet. Door een klein rond gaatje tussen het groen, nauwelijks zichtbaar, schieten ze vrijwel onopgemerkt naar binnen. Ze leggen meestal 3 tot 5 eieren, glad lichtblauw groen met roodbruine spikkels en vlekjes. Er wordt dagelijks 1 ei gelegd. Jaarlijks hebben ze 2 tot 3 legsels, soms wel 4. Het vrouwtje broedt alleen zo’n 11 tot 17 dagen. De donzige nestblijvers worden door beide ouders gedurende 12 tot 19 dagen van voedsel voorzien. Als ze het nest verlaten hebben, wordt de voedselvoorziening door beide ouders zeker nog 3 weken voortgezet. Deze jongen lijken duidelijk op de vrouwtjes: bruin met strepen.


Nog een wetenswaardigheid: de vogel heet in het Duits Amsel, in het Engels blackbird en het Frans merle noir. In de Achterhoek is de gieteling een bekende naam voor de merel.

Bovendien zijn er veel artiesten die een liedje over de blackbird ten gehore brengen, inclusief het geluid van de zingende vogel, waaronder Paul McCartney.

Geniet van wat de Gorsselse Heide en omgeving ons biedt.  
                                     
Herman Roelofs

  • Steunt u ons ook?
  • logo top vvdgh thumb